De winnaars van Leesjury 2023-2024 zijn bekend en daarmee loopt het leesjaar ten einde. Maar eerst is het nog tijd voor feest, om de auteurs en de 17.268 (!) juryleden in de bloemetjes te zetten. Over heel Vlaanderen sluiten bibliotheken en scholen hun leesjaar in stijl af. Voor groep 5, 6 en 7 voorzag Iedereen Leest een gezamenlijk slotevent in bibliotheek De Krook in Gent op 4 mei. Een verslag!
Een gemoedelijke stroom van bibliotheekbezoekers wandelt De Krook binnen en buiten, nietsvermoedend dat hier zo dadelijk hét feest van de jeugdliteratuur gevierd zal worden. Het is namelijk tijd voor het slotfeest van groep 5, 6 en 7 van de Leesjury. Intussen komen de eerste jongeren toe, vanuit Oudergem tot Bilzen. Met een plannetje bij de hand zijn ze helemaal klaar voor een namiddag vol interviews, workshops en meet-en-greets. Eindelijk kunnen de jongeren kennismaken met de auteurs van de boeken waar ze het afgelopen jaar ingedoken zijn.
De juryleden krijgen een bijzondere inkijk in the making of. Hoe zijn de boeken tot stand gekomen? Waar letten de auteurs op? En welke tips hebben ze voor schrijvers-in-spe? In de interviews lichten de auteurs een tipje van de sluier op. Zo vertelt Els Beerten over de motor die De rest van ons leven (groep 7) in gang heeft gezet. Ze groeide op in een mijnwerkersdorp en was als kind omringd door Italianen, maar het machtige verhaal van de grootvader van haar schoonzoon heeft haar pas echt in het boek getrokken. ‘Zonder hem had ik nooit gehoord over de slechte behandeling van Italianen in Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is niet zijn levensverhaal, maar hij heeft mijn wereld wel groter gemaakt.’
Dat gevoel – van: hier móét ik over schrijven – had Reine De Pelseneer toen ze op reis was in IJsland. Sindsdien wist ze dat ze het landschap wou opvoeren, maar het duurde even voordat ze een manier vond om het in een boek te verwerken. Dat werd Alles wat groots voelt (groep 6), waarmee ze tot winnaar van Groep 6 bekroond werd. ‘Ik besloot dat de vader van het hoofdpersonage Tor een IJslander is, zodat hij naar daar moest trekken.’
(Lees verder onder de foto's)
De locatie van een verhaal lijkt vaak een achtergrondlaag, maar het is een cruciaal startpunt voor veel auteurs. Zo ook bij Luc Hanegreefs, die vaak historische romans schrijft, zoals Alleen meisjes kunnen vliegen (groep 6). Hij start een boek altijd vanuit een plaats of een voorwerp. Dat legt hij uit in zijn drukbezochte schrijfworkshop. ‘Bij een bestaande locatie is research heel belangrijk,’ zegt hij, ‘zeker als de plek gekend is bij een breed publiek.’ Nog een tip: ‘Denk na over welke richting het verhaal uitgaat, hoe het begint en eindigt. Voordat ik begin, wil ik weten naar welke spanningsboog ik toewerk.’ Verder ziet hij het verhaal als een film voor zijn ogen als hij begint te schrijven. Nochtans weet hij niet alles over de personages. ‘Ik zie nooit hun gezichten voor mij. Ik weet niet of een personage volle wangen, groene ogen of een kromme neus heeft. Gek, hè?’
Hoeveel vraagtekens mag je laten bestaan? Hoeveel research moet je vooraf over je onderwerp doen? Het zijn vragen die veel auteurs zich stellen. Ook tijdens het podiumprogramma van groep 7 komt het ter sprake.
Anne Eekhout schreef de historische roman Mary, gebaseerd op de figuur van Mary Shelley. ‘Alles wat je kan opzoeken, moet je opzoeken’, meent zij. ‘Maar soms mag je wel snoeien in die feiten als dat je verhaal ten goede komt.’
Nikki Dekker, die de essayistische roman Diepdiepblauw schreef, vindt het vooral een voordeel dat je als auteur aan veel informatie geraakt. ‘Als ik wil weten hoelang het duurt voordat het water uit de Noordzee in Amerika aankomt of hoe de Alpen ontstaan zijn, kan ik contact opnemen met een professor, die zegt: laten we even bellen. Ik vind het heerlijk om zulke dingen uit te zoeken.’ Ook in de zeedieren verdiepte ze zich voor Diepdiepblauw. Over die fantastische onderwaterwezens – van een orka tot een blobvis – geeft ze zelfs een hele presentatie tijdens de meet & greet. Met gemak neemt ze de juryleden mee in haar enthousiasme.
(Lees verder onder de foto's)
Veel ideeën komen uit de buitenwereld, maar de woorden neerpennen gebeurt op de werkplek van de schrijvers. Hoe die kamer eruitziet bij Wendy Huyghe en Eline Vantilt mag het publiek van groep 5 raden. De kale woonkamer met sofa en gitaar blijkt van Eline te zijn. ‘Ik ben nog maar net verhuisd, dus voorlopig schrijf ik gewoon vanuit de zetel met de laptop op de schoot’, legt ze uit. Bij Wendy valt vooral het gezelschap van haar kat op. Die moet al vroeg paraat zitten, want Wendy begint om 7 uur te schrijven. Dat doet ze zowel op de computer als in een schrift. ‘Ik hou ervan om met de hand te schrijven, want ik heb soms het gevoel dat mijn lichaam meer weet dan mijn hoofd.’
Via zulke notities kwam haar boek Zeevonk tot stand, en het scenario van de gelijknamige film, die ze met haar broer maakte. Ook Marco Kunsts boek Patroon (groep 6) staat zo’n verfilming te wachten. ‘Ik vind het heel bijzonder hoe het boek opnieuw kneedbaar wordt’, zegt hij. ‘Je kan het verhaal op een andere manier vertellen via een nieuw medium. Toch is het koffiedik kijken wat het zal worden, want we zitten nog maar in de beginfase. Zelfs de casting is nog niet gebeurd.’ ‘Dat vond ik het meest magische moment’, pikt Wendy in. ‘Wanneer je het personage voor je ziet staan en voelt dat het klopt.’
(Lees verder onder de foto's)
Het slotfeest is niet alleen het ideale moment om de auteurs in levenden lijve te horen vertellen, maar ook om zelf aan de slag te gaan. Tijdens een boekdate wisselen de juryleden boekentips uit, in het maakatelier personaliseren ze bladwijzers en sleutelhangers met de Leesjury-familie. Ze kunnen zelfs de livestudio induiken voor een workshop radio maken van Blooshoofd.
De meest opvallende activiteit is misschien wel de escaperoom die auteur Michael Sels in elkaar gebokst heeft, gebaseerd op zijn boek X-scape (groep 6). Dat vertelt het verhaal van Amber die ontwaakt in een donkere ruimte met onbekende lotgenoten. Net zoals hen moeten de juryleden zo snel mogelijk weg geraken. Een half uur hebben ze om samen te werken en via vraag- en doe-opdrachten te ontsnappen. Ondertussen tikt de klok.
Nog meer mysterie brengen de verstopte nummercodes die verspreid hangen over de bib. Die leiden naar de online Bibsterquiz, waarmee de juryleden hun kennis van de gelezen boeken kunnen testen.
Voor groep 5 is er een live-quiz, als afsluiter van het feest. De hoofden worden bijeengestoken en er wordt lustig overlegd. Op welke locatie spelen de boeken zich af? Wat is het favoriete eten van de personages? En weten de juryleden nog wat hun bijnamen zijn? Er is aandachtig gelezen het voorbije jaar, want het aantal juiste antwoorden loopt hoog op. Toch kan er maar één winnaar zijn. Die groep weet met zijn vreugde geen blijf en de winnende jongeren wisselen meteen contactgegevens uit. Dat is tenslotte wat het Leesjuryfeest doet: juryleden uit het hele land samenbrengen om hun passie voor boeken te delen. Missie geslaagd, op naar het volgende leesjaar!
(Lees verder onder de foto's)
Tijdens een workshop van Blooshoofd werden een aantal juryleden ondergedompeld in de wondere wereld van radio. Muziek aan- en afkondigen, je favoriete auteur het vuur aan de schenen leggen met je doordachte vragen, je eigen playlist samenstellen en de luisteraars warm maken voor het laatste boek dat je gelezen hebt? Ze deden het allemaal!