Wie kan beter vertellen over het leven van een Leesjury-lid dan de juryleden zelf? We gingen langs bij Naama Mojahed. Naama leest mee met de Leesjury in Vilvoorde.
‘Vorig jaar heb ik elf boeken per week gelezen!’ Ze zegt het met de bijhorende vreugdekreetjes. ‘Dit jaar zijn het er iets minder, maar toch nog rond de zeven per week!’ De ogen van Naama lichten op als kolenvuur. ‘Lezen is het leukste wat er bestaat. Ik hoef hier de straat maar uit te lopen en sta binnen de minuut aan de bib! Daar doe ik mijn ogen dicht, wijs blind een boek aan en neem het mee naar huis. Iedere woensdag kom ik thuis met een rugzak vol boeken.’ Aan de andere kant van de woonkamer luisteren mama Nawal en papa Ismael mee, en ze knikken instemmend: ‘Het is nog waar ook van die elf boeken.’ (lachen)
Een paar van Naama’s lievelingsverhalen liggen op tafel, hier in Vilvoorde, omgeven door porseleinen schalen vol cake en pizza. De familie Mojahed topt de ranglijst der meest hartelijke ontvangsten. ‘En dan te weten dat Naama theater speelt’, zegt Nawal, ‘ook nog notenleer volgt, piano speelt, naar de tekenles gaat en danst, zowel klassieke als hedendaagse dans. Na al die hobby’s komt ze thuis en leest ze tot ze in slaap valt. Waar ze de energie vandaag haalt, ik weet het niet, maar het maakt ons wel gelukkig haar bezig te zien.’ Naama: ‘En ik wil ook naar de scouts!’
“Lezen is het leukste wat er bestaat. Ik hoef hier de straat maar uit te lopen en sta binnen de minuut aan de bib. Iedere woensdag kom ik thuis met een rugzak vol boeken!”
‘Dit is mijn lievelingsboek’, zegt ze. ‘De Noorderlichttrilogie van Philip Pullman. Ik leerde het kennen dankzij mijn mama, die ook veel leest. Zij las het in het Frans, ik in het Nederlands, en nooit vergeet ik dat verhaal nog. Het bestaat uit drie delen - Het gouden kompas, Het listige mes en De amberkleurige kijker - waarin een meisje eerst naar haar verdwenen vriend zoekt, dan een man ontmoet die iemand vermoord heeft en in het laatste deel komt ze zelfs in de wereld van de doden terecht. Soms is het heel eng. Toen ik het ’s avonds las en het licht uit deed, was ik bang. Het boek is suuuuuuuperspannend en zit vol fantasie. Dat vind ik het leukste: fantasie en magie. Dat is veel leuker om te lezen dan boeken over puberteit of zo. Hoe ouder ik word, hoe minder ik wil lezen over de echte wereld, maar gewoon op avontuur wil in een magische wereld.’
‘Je weet wel dat superkrachten niet bestaan en dat mensen niet kunnen vliegen, maar in boeken geloof je dat. Zo heb ik vorig jaar, toen ik twaalf jaar werd, hard gehuild omdat ik op mijn verjaardag geen brief kreeg van de school van Harry Potter. In die boeken krijgen de kinderen van de tovenaars een briefje als ze twaalf worden. Daarmee mogen ze bijvoorbeeld naar Zweinstein, de magieschool. Ik wou echt keigraag naar Zweinstein, maar kreeg geen briefje. Ik ben trouwens niet de enige hoor die zo van Harry Potter houdt. Mijn twee beste vriendinnen zijn er ook gek op. De rest van de klas niet. Die zijn meer bezig met TikTok. Jammer hé.’
‘Ik lees ook graag oude boeken, want die hebben veel meer fantasie dan die nieuwe verhalen. In nieuwe boeken zie je prentjes en veel halflege pagina’s met weinig tekst. Dan vind ik die oude verhalen veel leuker, zoals Kruimeltje (van Chris van Abkoude). Je ziet een oude kaft, maar het is wel een leuk boek. Die zijn ook allemaal veel beter dan de films die ze er van maken. Ken je Rick Riordan? Die heeft fantasieverhalen geschreven over een jongetje dat Percey Jackson heet. Toen ik op Netflix de films zag, vond ik ze slecht. Lezen is gewoon veel leuker dan Netflix, want lezen is als naar een film kijken waarin je zelf mag kiezen hoe iedereen er uitziet!'
‘Er is wel één onderwerp over de echte wereld waar ik graag over lees: oorlog. (lacht) Maar niet over veldslagen of zo, maar over hoe kinderen leven in een oorlog. We leren over de Tweede Wereldoorlog op school, en dan denk ik: hoe moet dat geweest zijn voor kinderen? Zo heb ik Anne Frank leren kennen en haar dagboek gelezen. Dat verborgen leven was heel interessant, maar helemaal op het einde las ik dat Anne gestorven is in het laatste jaar van de oorlog, en barstte ik in huilen uit. Ik wist dat helemaal niet. Door over haar te lezen, wordt het een beetje je vriendin. Het is alsof ze naast je zit als je leest. Ik heb gerouwd om Anne. Dat was een slechte tijd. Maar dat gaat wel over, denk ik dan. Ik heb gedacht om haar een brief te schrijven. Dat doe ik soms: een brief schrijven naar het hoofdpersonage. Uiteindelijk weet ik zelfs niet meer of ik naar Anne heb geschreven. Ik was zodanig geschrokken.’
“Later wil ik iets doen met wetenschappen, want dat vind ik super interessant. En als bijbaan wil ik boeken schrijven. Dat lijkt me het beste plan.”
Naama Mojahed praat haast onafgebroken over boeken, en springt van het éne naar het andere verhaal, rent de trap op en keert terug met een stapel boeken. Om dan opnieuw te verdwijnen en de stapel verder aan te vullen. ‘Ken je De Grijze Jager? Dat is een serie superspannende boeken!’ Ze haalt ook een manuscript boven. ‘Ik werk aan mijn eerste boek’, zegt ze. ‘Het gaat over Tobias, een meisje dat zich als jongen moet vermommen tijdens de Tweede Wereldoorlog om te kunnen studeren en geld binnen te brengen voor haar ouders.’ Het manuscript is pagina's lang, bevat dialogen, overpeinzingen en actiescenes. ‘Later wil ik iets doen met wetenschappen, want dat vind ik super interessant. En als bijbaan wil ik boeken schrijven. Dat lijkt me het beste plan. Ik ben me al aan het voorbereiden op die bijbaan. Want na mijn eerste boek moet een tweede volgen en dan een derde, vierde, vijfde… Gaat dat lukken denk je?’
Door Matthias M.R. Declercq